In Enschede lijkt Rietmolen een eenvoudige middag tegemoet te gaan als Phenix al na een kwartier geen vervangende speler in kan brengen na een blessuregeval, en met tien man verder moet. Waar Rietmolen legio kansen om zeep helpt om de openingstreffer te maken, is het Phenix dat in ondertal wel weet te scoren. Vlak nadat Sander te Rietmole de stand gelijk trekt, weet Phenix ineens een speler op te trommelen die het elftal weer vervolmaakt. Die elf weten kort na rust tot twee keer toe het net te vinden, waarna Rietmolen in het restant onmachtig is de 3-1 nederlaag te voorkomen.
Voor deze vijfde speelronde gaan de Rietmolenaren voor het eerst in bijna 20 jaar op bezoek bij Phenix in Enschede. De vijfde speelronde was vorig jaar de voorlaatste halte voor de Enschedeërs in hun allereerste seizoen in het zaterdagvoetbal, een experimentje dat toch allesbehalve positief uitpakte. Een complete leegloop van de selectie betekende een vroegtijdig einde en men bleef achter met een hoopje niks, Pheniks. Toch is de volksclub uit de as herrezen en dat blijkt allesbehalve toeval gezien de clubnaam. Phenix, zoekt u het even op op de wikipedia, is namelijk de mythologische vogel die keer op keer uit zijn eigen as herrijst. Conchita Wurst heeft er nog eens een liedje over gemaakt: ‘Rise Like a Phoenix’. U ken het vast nog, het weerhield de Common Linnets van een songfestivalzege. Wanneer we arriveren op het knusse sportparkje blijkt men tolerantie en inclusiviteit hoog in het vaandel te hebben staan. Letterlijk, want de LHBTI – en wat al niet meer zij – regenboogvlag wappert vrolijk hoog in de mast. Conchita zou trots zijn op deze vrijzinnigheid. Een voorbeeldclub zo lijkt het.
Voorbeeldig is ook het weer. Vannacht is de wintertijd ingegaan, maar met 21 graden is zelfs een korte broek geen overbodige luxe. Klimaatverandering, heerlijk. Geen reden om je aan een talkshowtafel vast te plakken met secondelijm – het houdt een seconde – of een oude meester te besmeuren, zou je denken toch? Door het groeizame weer heeft het Enschedese grasmatje meer weg van een hoogpolig tapijt, waarop Rietmolen in het rood-witte uittenue om klokslag twee uur aftrapt. De kerkdorpelingen beginnen aanvallend en weten al snel gevaarlijk te worden. Harm Vogt ziet een vrije trap net naast getikt worden, even later gaat een schot van Jorrick de Lange voorlangs en datzelfde gebeurt Wouter te Rietmole die een mooie rush van Harm niet kan verzilveren. Na een kwartiertje ongeveer valt er een Phenixer geblesseerd uit. Zo te zien is het oudgediende Danny Bremer, vorig jaar hier nog de hoofdtrainer van steeds minder spelers, die de strijd moet staken. En wie komt er dan voor hem in? Nou, niemand. Niemand op de bank, er is niemand. Alles is weg. Ach, zal men denken, ‘geen man overboord’, of eigenlijk toch wel natuurlijk, maar u begrijpt wat ik bedoel, men gaat met tien man verder. En net wanneer je denkt dat een Rietmolense treffer niet lang op zich zal laten wachten, gebeurt het tegenovergestelde. Een snelle tegenaanval na balverlies, waarbij in verdedigend opzicht van alles fout gaat, wordt adequaat door aanvaller Stijckel afgerond. Tegen tien man, dat mag niet gebeuren. Gelukkig weet Sander te Rietmole de stand snel gelijk te trekken na een leuke aanval over rechts via Niels te Lintelo en Jorrick. Rietmolentrainer André Oosten probeert de overtalsituatie nog verder uit te buiten door verdediger Bas Essink te wisselen voor aanvaller Karsten ter Braak en aanvoerder Twan Tenhagen te instrueren over de gewijzigde tactiek. Ondertussen heeft Phenix het met tien man steeds moeilijker. Is er wederom sprake van leegloop van de selectie? Nee, u weet, vogel Phenix herrijst uit de as en als een sierlijke adelaar komt daar ineens Rick ter Mors aan gevlogen, van verkoper van rood-witte prullaria in de fanshop van FC Twente, zo hopsa in het rood-blauw van Phenix, kicksen aan en gaan. Warming-up? Niet nodig. Gas met die zooi. Gas geeft ook Harm, die na een nieuwe rush wordt neergelegd en zo een vrije trap verdient op een mooie positie. “Stomme strontboer!”, klinkt het resoluut van de kant. Wat raar. Harm is helemaal geen boer. Nee, Harm is bouwvakker. Twan is wel boer, maar koeienboer, geen strontboer. Nee, hier begaan de Enschedese toeschouwers toch een kapitale vergissing. Verzoek aan de heren om zich in het vervolg wat beter in te lezen, al is dat waarschijnlijk wat te veel gevraagd. Tot zover ook de voorbeeldclub. Het vlaggetje mag naar beneden hoor, jongens. Schijntolerantie, daar prikken we zo doorheen.
Maar ook het Rietmolense vlaggetje mag niet veel later halfstok, want het is bedroevend hoe snel en hoe makkelijk er vlak na rust twee tegentreffers geïncasseerd worden. De eerste valt al binnen de minuut, als adelaar Ter Mors zo door mag lopen de Rietmolense zestien in, en doelman Jeroen Hartgerink verschalkt. Als Twan vervolgens een levensgrote kans om zeep helpt, is het niet veel later Ogaga Ward Price, zo’n naam zou zelfs bij Manchester United niet misstaan, die met een prima trap in de verre hoek een onbegrijpelijke botsing tussen Rietmolenverdedigers Niels te Lintelo en Mees Geerdink afstraft: 3-1. Ai, ai, pijnlijk. Met wissels probeert Oosten vervolgens het tij te keren; Niels en Justin eruit, Joren Vrielink en Robbin Dieperink erin. Niet veel later moet ook Harm Vogt naar de kant voor broertje Job. Grosso modo haalt het echter allemaal niet zoveel uit. Ja, er zijn wel kansjes, maar ook Phenix weet nog enkele malen zeer gevaarlijke counters aan de dag te leggen. Voor Rietmolen is het Robbin Dieperink die nog het dichtst bij een treffer is, met z’n linker raakt hij de bovenkant van de lat. Bijna, maar bijna is niet genoeg. Zoals ook de hele Rietmolense prestatie vandaag niet genoeg was. De 3-1 nederlaag geldt als een fikse domper en het is nu aan de blauwwitten om uit de as te herrijzen.
Eerste mogelijkheid daartoe is volgende week in eigen huis tegen Langeveen. Langewie? Langeveen. Ja, nooit van gehoord, maar we gaan het zien. Verandering van spijs doet eten, niet waar?
Sportieve groet en tot dan,
Jean le Tieb