Na de ontluisterende nederlaag bij Zenderen volgt een al even ontluisterend verlies thuis tegen Phenix. De gasten, die wekelijks moeite hebben überhaupt een elftal op de been te brengen, winnen door in de laatste minuut uit een counter de 2-3 te maken, terwijl Rietmolen uit een wedstrijddurend veldoverwicht en legio kansen simpelweg niet genoeg scoort.
Vorige week eindigde het schrijven over het zeer teleurstellend verlopen bezoek aan Zenderen met de vraag of Rietmolen tegen Phenix uit de as zou herrijzen, natuurlijk verwijzend naar de mythologische vogel Fenix die uit zijn as herrijst. Maar nu blijkt de ontstaansgeschiedenis van Phenix helemaal niks met een opbloeiende fladderaar te maken te hebben. Althans, zo viel vorige week te lezen in de Tubantia. De club zag al in 1901 – daarmee een van de oudste clubs van Enschede – het levenslicht als ‘Voorwaarts’, maar heet nu Phenix als gevolg van de samenvoeging van ‘Fiks of Niks’. Snapt u het nog? Ik ook niet. Uit het artikel bleek verder overigens dat er momenteel een beginnend, maar mogelijk definitief brandje woedt aan de Zuid Eschmarkerrondweg, waarbij het maar zeer de vraag is men er dit keer uit herrijst. Kern van de problematiek is de al jarenlang aanwezige hervormingsdrang bij de gemeente Enschede om al die splintergroeperinkjes die de voetbalclubjes momenteel zijn, met elkaar te laten fuseren, of in ieder geval bij elkaar te brengen op een gereduceerd aantal gecentraliseerde sportparken. Voor een clubje als Phenix, met momenteel zo’n 70 voetballende leden, haast een onafwendbaar doodsvonnis, zo valt te lezen.
In het huidige seizoen in de vijfde klasse A heeft men in ieder geval nagenoeg wekelijks te kampen met spelerstekorten. Al driemaal heeft men daardoor een wedstrijd door de KNVB laten afgelasten, en zo vormt ook het duel van vanmiddag een nieuwe poging na een eerdere afgelasting. De Enschedeërs moeten dat bekopen met een geldboete en punten in mindering, de teller staat inmiddels op drie, maar dat laatste doet een ploeg die een-na-laatste staat en niet kan degraderen natuurlijk geen pijn. Vervelender is het voor de Rietmolenaren; vandaag stond als inhaalronde op het programma en dus zijn er spelers, en casu Bas Essink en Justin Bomers, die een weekendje weg zijn en dus moeten de blauwwitten het doen met tien eigen spelers, O-19 junior Thijmen Grootholt en een bank met spelers van het tweede die allen vanmorgen al gespeeld hebben, te weten Guus Nijhuis, Dennis Hermelink en Maurice Schroer.
Ook vandaag is de personele bezetting een punt van zorg voor de Phenixers en dus verschijnt men aan de aftrap met een mengelmoes van spelers van het eerste, derde, en 35+-elftal. Dat men daardoor glad vergeet de uittenues mee te nemen is begrijpelijk, maar zal een der Rietmolense hoofdsponsors Leo Essink tevreden stemmen, aangezien alle spelers nu met zijn naam op de borst spelen, daar Phenix de Rietmolense uitshirts over de schouders trekt. Vrij brede schouders ook, de meeste van de bijeen geraapte spelers hebben hun fitste jaren gehad, maar het is te zien dat ze wel een balletje kunnen trappen. Ze worden dan ook snel in het defensief gedrukt door Rietmolen, dat wel weer eens toe is aan een zege. Toch staat er halverwege de eerste helft een haast onbegrijpelijke 0-2 op het scorebord. Phenix loert op de counter en de Rietmolense defensie toont zich zeer kwetsbaar met veel ruimte in de rug en ziet eerst sterke spits Rick ter Mors en later nummer tien Van Schagen profiteren van defensieve flaters. Gelukkig doet Rietmolen meteen wat terug via Niels te Lintelo, die vanuit de vijandelijke zestien doeltreffend uithaalt. Het blijkt het begin van een kansenregen voor de blauwwitten. Eerst is het Frank Geerdink die recht op de doelman schiet, even later doet Jorrick de Lange hetzelfde met het hoofd. Sander te Rietmole kopt naast en er is een wereldredding van doelman Bakker voor nodig om aanvoerder Twan Tenhagen, terug in de basis na een blessure, van scoren te houden. Aan de andere kant even later overigens nog een wereldredding, deze keer van Rietmolengoalie Jeroen Hartgerink die met zijn vingertoppen de bal nog net tegen de paal kan drukken na een ragfijne vrije trap van Phenix-aanvoerder Marco Kroeze. Ook uit de counter wordt men nog een enkele keer gevaarlijk, waarbij Ter Mors een keer op de hakken wordt gelopen door Joren Vrielink en ten val komt, maar de arbiter van dienst laat de Phenix-protesten aan zich voorbij gaan en fluit niet.
De tweede helft eenzelfde spelbeeld, hoewel Phenix er minder en minder uit komt. Na zo’n vijf minuten is het een haarfijne Rietmolenaanval over de rechterflank, zo’n beetje de enige van de wedstrijd, die eindigt op de borst van Sander te Rietmole en de stand daarmee gelijk trekt: 2-2. Dat smaakt naar meer, zeker tegen een tegenstander die al zo ongeveer op zijn knieën ligt en klaar is voor de slachtbank. Toch houden de Enschedeërs stand. Twee kansjes zijn er voor Wouter te Rietmole en even later voor broer Sander maar daar blijft het bij voor de blauwwitten. Phenix focust zich ondertussen op tijdrekken en praten met de scheidsrechter, wat enkele gele kaarten oplevert. In de 89e minuut is daar dan toch nog een uitgelezen mogelijkheid voor Rietmolen om deze pot te winnen. Een vrije trap op de linker punt van de zestien, Niels te Lintelo achter de bal en een bomvol keepersgebied voor zich. Volle focus en schiet ‘m in de kruising, zou je zeggen. Hij gaat wel vol, maar dan vol over, zelfs over het vangnet heen. Nee, zo komt het niet tot een zege. Sterker nog, even later slaat aan de andere kant het noodlot toe. Een sporadische counter wordt snel uitgetikt door Phenix, waarbij het tot twee keer toe riekt naar buitenspel, maar niet gevlagd, niet gefloten, en dus telt de 2-3 en staat Rietmolen wederom met lege handen. Wederom onnodig.
Kijken we nog even naar de ranglijst en dan is het al lang niet meer naar boven, maar naar onder waar men moet kijken. Met nog twee potjes te gaan is zelfs plek 9 geen onmogelijkheid, voor eenzelfde resultaat in de vijfde klasse moeten we liefst tien jaar terug. Laten we dat toch voorkomen. Volgende treffen 14 mei, ’t Centrum uit.
Sportieve groet en tot dan,
Jean le Tieb