Nu in tijden van crisis, op wat onderlinge partijtjes na, de bal niet meer rolt op de velden van VV Rietmolen, is er ruim gelegenheid om eens wat stille krachten van de vereniging voor het voetlicht te brengen. De club wordt namelijk achter de schermen voor een groot deel draaiende gehouden door de onbaatzuchtige inzet van een hele hoop vrijwilligers, waarvan we komende weken enkelen zullen volgen bij hun taken. Vandaag deel 2: het kledingfonds.
VV Rietmolen beschikt sinds enige jaren over een heus ‘kledingfonds’ om de jeugdige leden strak en netjes in het blauwwit gekleed voor de dag te laten komen. Om het nut en belang van het kledingfonds te illustreren gaan we even terug naar begin jaren negentig toen ondergetekende zijn eerste stapjes op de Rietmolense voetbalvelden zette en van een kledingfonds nog lang geen sprake was. In die tijd werden de aspirant-voetballertjes op kledinggebied volledig aan hun lot overgelaten en hing het van de creativiteit van de ‘oale leu’ af hoe ze er op de zaterdagochtend bijliepen. Blauw shirtje en kousen en een wit broekje was eigenlijk de enige voorwaarde, met als onvermijdelijk gevolg dat eenieder net even anders voor de dag kwam. Shirtje met V-hals of ronde hals, of toch een kraagje, broekje met streepjes aan de zijkant of toch ook niet, glanzende stof of toch mat, Kousen met witte accenten of toch effen, het was er allemaal. Om nog maar te zwijgen van de caleidoscopisch aandoende samenstelling van blauwtinten die verscheen. Van kobalt tot ultramarijn, en van indigo tot een vaal azuurblauw, niks was te gek. En dan waren de moeders – of vaders uiteraard – vaak dusdanig overijverig dat er nog een rugnummer of anderszins tierlantijntjes aangebracht werden om het kroost maar tot in de puntjes verzorgd hun jacht op een weergaloos succesvolle profcarrière aan te kunnen laten vangen. Ik zelf had een acht op mijn rug, zo’n geblokte jarentachtigacht met afgeschuinde hoeken, en dan kon het gebeuren dat op een goede morgen een van je teamgenootjes óók ineens met een acht op z’n rug tevoorschijn kwam. “Waarom heb jij een acht? ik heb al een acht”, “Dat wist ik toch niet, maakt dat uit dan?”, ”Ja natuurlijk, dat kan toch niet”, “Dan doe jij hem maar andersom”, “Dan is het nog steeds een acht”, “Oh ja”. U begrijpt, discussies van bijbelse proporties maakten zich meester van de spelertjes en leidden af van waar het daadwerkelijk om ging: grassprietjes tellen. Euh… voetballen… natuurlijk.
Genoeg aanleiding dus om daar wat aan te doen en zo was het in 2014 toenmalig voorzitter en ervaringsdeskundige Rob Spikker die, naar voorbeeld van SP Neede (ja, toen was het nog andersom), een zogenaamd ‘kledingfonds’ voor de jeugd in het leven riep. Marja Vrielink en Wendy van Bakel waren uitverkoren om een en ander vorm te geven, te beginnen met het uitgeven van trainingstenues voor de gehele jeugdafdeling. Een seizoen later kwamen daar ook de wedstrijdtassen met -tenues bij en begon het kledingfonds serieuze vormen aan te nemen. In 2018 namen Chantal Spikker en Anita de Lange het stokje betreft de traingingspakken van Marja over en kwam ook Inge ten Hoopen bij het clubje om samen met Wendy de wedstrijdtassen te beheren. Als ook Raymunda Borgelink zich als kledingreparateur bij het groepje voegt, ontstaat er een gedreven vijftal dat, hoewel de coronacrisis dat nu even onmogelijk maakt, graag bij elkaar komt om de jeugd uit de kledingbrand te helpen, of beter gezegd de ouders eigenlijk. (Tekst gaat verder onder de foto’s)
“Het doel is om als jeugdafdeling eenheid uit te stralen”, legt Chantal uit. Het geheel draait op een soort leaseconstructie, compleet met boeteclausules. “Een kwijtgeraakt kledingstuk kost ze €25,-“, vertelt Anita met een stalen gezicht, “want voor niks gaat de zon op natuurlijk”. Teneinde registratie te vergemakkelijken en overzicht te behouden heeft Raymunda élk kledingstuk voorzien van een uniek nummer. “Zo houden we er een beetje structuur in”, aldus de kledingvermaakster. Normaliter is er tweemaal per jaar een ruilavond waar kleding gepast en geruild kan worden voor een juiste maat, het voetbalkroost wast immers maar door. “Dat is nu vanwege de maatregelen onmogelijk geworden”, verklaart Wendy de radiostilte die er over het team is gevallen, “maar men kan op aanvraag wisselen bij Chantal, mocht dat nodig zijn”. De dames verwachten verder dat de pandemie ook voor de nodige coronakilo’s bij de Rietmolense spruiten gaat zorgen. “We zullen wat grotere maatjes moeten bestellen”, lacht Inge. Tegenover die futiliteit staat echter een aanwas van de jongste jeugd. “Dat komt omdat de zwemles niet doorgaat”, verklaart Anita, “En voetbaltrainen mag weer, dus dan zien we ze hier verschijnen. Gelukkig hebben we nog genoeg kleine pakjes”.
De toekomst ziet er dus rooskleurig uit voor het kledingfonds. En niet alleen rooskleurig, maar wellicht ook roodkleurig, gezien de recentelijke samenwerking met de buren van VV Lochuizen. “Qua wedstrijdtenues is het nu half/half”, zegt Inge, “dus een half seizoen in het rood en een half seizoen in het blauw”. “Maar wat de trainingspakken betreft wordt het een beetje een mengelmoes”, voegt Chantal toe, “dus het doel van eenheid is een beetje zoek, daar moeten we nog even naar kijken”. Verder kan nog worden nagedacht of ook voetbalschoentjes kunnen worden toegevoegd aan het assortiment. En juist dát hadden we al wel in de jaren negentig, was het toch niet állemaal kommer en kwel destijds.
Met sportieve groet en tot een volgende keer,
Jean le Tieb