Nu in tijden van crisis, op wat trainingsarbeid na, de bal niet meer rolt op de velden van Voetbalvereniging Rietmolen, is er ruim gelegenheid om eens wat stille krachten van de vereniging voor het voetlicht te brengen. De club wordt namelijk achter de schermen voor een groot deel draaiende gehouden door de onbaatzuchtige inzet van een hele hoop vrijwilligers, waarvan we komende weken enkelen zullen volgen bij hun taken. Vandaag deel 1: de vuttersploeg.
Wie op het terrein van de dorpsaccommodatie wel eens langs de voetbalkleedkamers is gelopen, zal ongetwijfeld ‘Marinus zien hok’ hebben opgemerkt, zich daarbij afvragend wat dat toch voor een hok is. Is het een ballenhok? Een washok? Een kippenhok? Maar daar hebben we toch de volleybalkleedkamers al voor? Neen, niets van dat alles. Dat hok is eigenlijk het enige fysieke bewijs van de aanwezigheid van een club vrijwilligers die bijna niemand ooit aan het werk ziet, maar die toch een zeer belangrijke, of zelfs essentiële taak vervult: de vuttersploeg. Het is het materialenhok dat de naam draagt van oprichter Marinus Schepers die, toen hij met pensioen ging, het initiatief nam om samen met mede-gepensioneerden allerhande klusjes op en om het terrein van de voetbalvereniging onder handen te nemen en zo aan de wieg stond van wat de vuttersploeg zou gaan heten.
Inmiddels is de vuttersploeg een begrip binnen de voetbalvereniging en staat sinds zo’n tien jaar onder de bezielende leiding van oud-voorzitter Tonnie Lansink, die het stokje van Marinus overnam. Het clubje heeft al die jaren in verschillende samenstellingen geopereerd en bestaat momenteel uit liefst negen man, waarbij ook het takenpakket fors is uitgebreid sinds de komst van de DAR, waarvoor ook de nodige hand-en-spandiensten worden verricht. Iedere vrijdag is de ploeg op gezette tijden van negen uur ’s ochtends tot vier uur ’s middags present, hoewel de middagpauze thuis wordt doorgebracht, en wordt de werkdag afgesloten met een biertje in de kantine. Tonnie vertelt dat hij vaak naar het sportpark rijdt zich afvragend of er eigenlijk wel werk is, maar dat, eenmaal ter plaatse, dat altijd gelogenstraft wordt. Er is altijd wat te doen. Het takenpakket dat Tonnie vervolgens opsomt is indrukwekkend te noemen. De bezigheden beslaan onder meer – schrijft u even mee – het borstelen van het kunstgrasveld, onderhoud van de doel- en vangnetten, ballen van het dak halen, onkruid wieden en graskanten netjes houden, onderhoud en schilderwerk aan de kleedkamers, reclameborden wisselen en vervangen, snoeien van de heggen, terrasonderhoud en het beregenen van de natuurgrasvelden in de zomer. Nou, nou, het is me het lijstje wel. “We doen van alles”, voegt Tonnie toe, “behalve ‘het elektrisch’, daar zijn we niet in thuis”. Ook assisteren de heren externe partijen als er grote klussen uitgevoerd worden, zoals de aanleg van het kunstgrasveld en de plaatsing van zonnepanelen op de daken van de accommodatie.
Ondanks de onuitputtelijke lijst van werkzaamheden wordt zo’n klusdag door de heren gek genoeg als ontspanning gezien. “Het is altijd erg gezellig en tijdens de koffiepauze praten we altijd even bij met de dames schoonmaaksters van de DAR. Dan hoor je nog eens wat. En als er iemand jarig is, is er gebak bij de koffie en anders komt Johan ten Dam vaak wel even langs met wat lekkers”. “En sinds Anton ten Beitel erbij is, zijn er na het werk altijd gehaktballen terwijl we een pilsje drinken. Voorheen maakten we knakworsten klaar, dat was makkelijker, maar Anton maakt er graag wat meer werk van.”
En op de vraag of de vuttersploeg in coronatijd nog wel wat te doen heeft, antwoordt Tonnie gevat: “Onkruid wast wel door, ook in coronatijd”. En dus zijn de heren ook in tijden van pandemie, zij het niet meer elke vrijdag, met enige regelmaat te vinden op sportpark De Wieken voor allerhande terugkerende klusjes. Bovendien wordt van de nood een deugd gemaakt door, in deze periode van relatieve rust, een nieuwe wens van de voetbalvereniging in vervulling te laten gaan, namelijk het realiseren van een nieuwe ballenopslag in de corridor tussen de sporthal en de oude kantine. “Het bestuur heeft wel vaker dit soort verzoeken en daar werken we dan graag aan mee, het houdt ons lekker bezig”, verklaart Tonnie de werklust van zijn mannen.
En zo vervullen de heren van de vuttersploeg een essentiële rol bij het reilen en zeilen van de voetbalvereniging, die onder meer door dit soort vrijwilligersinitiatieven een hoge mate van autarkie kan blijven nastreven. De komende weken zullen we meer van deze ‘verborgen vrijwilligers’ hier onder de aandacht brengen. Dat verdienen ze.
Met vriendelijke groet en tot dan,
Jean le Tieb